Ometepe

8 juni 2014 - Ometepe, Nicaragua

Bij de grens tussen Costa Rica en Nicaragua werden we ons gewaar van één van de verschillen tussen Zuid- en Midden-Amerika. Grensovergangen worden naarmate we verder noordwaarts reizen, ongestructureerder, chaotischer en ook nog eens veel duurder. Gelukkig dat we gisteren in Monteverde bijna twintig dollar hadden bespaard. Nu koste de grensovergang ons in totaal bijna drie uur en ruim twintig dollar per persoon. Bij het verlaten van Costa Rica moesten we ieder acht dollar achterlaten, waarna bij binnenkomst in Nicaragua vriendelijk verzocht werd om nog even dertien dollars per persoon af te tikken. Helaas gold hier geen studentenkorting en hadden we nog dollars voor noodgevallen achter de hand. We hoorden daarna van sommige reizigers dat bij binnenkomst in Costa Rica ook belasting afgedragen moest worden. Daar hebben wij gelukkig niets van gemerkt :-).

Eenmaal op Nicaraguaanse bodem ontmoetten we een aantal personen die graag iets bij wilde verdienen. Helaas op een manier, die ons wat minder aansprak. Kerels met een geplastificeerd kaartje op hun borst, te vriendelijk, wezen ons de pinautomaat en de bus die ons verder kon brengen. Voor tien dollar een rit naar het volgende plaatsje, waarvan we wisten dat het nog geen dollar zou moeten kosten. Toen we een aantal minuten later onze twijfel uitspraken, bleek de bus vol en tevens de laatste bus die vandaag vertrok. Een taxi van 35 dollar was het advies van de, nog steeds te vriendelijke, jongeman. In rap Spaans overlegde hij met de buschauffeur, die blijkbaar bij het complot betrokken was. Juist toen we op het punt stonden om weg te lopen en een ander vervoersmiddel te zoeken, sprak een oudere man ons aan. Hij deed ons denken aan Morgan Freeman, zowel in uiterlijke zin als in de voorstelling die we hebben bij zijn karakter. Vriendelijk vertelde hij ons, dat het echte busstation zich aan de andere kant van het douanekantoor bevindt. Daar vonden we een afgedankte Noord-Amerikaanse schoolbus, die ons naar Rivas bracht voor minder dan een dollar. Voor vertrek nog snel een foto van deze prachtbus gemaakt, waarbij een tienjarige jongen zijn competentie als oplichter probeerde te ontwikkelen. Hij had waarschijnlijk het slechte voorbeeld van zijn broers gevolgd en vroeg om geld voor de foto van deze bus. Een aantal oudere jongens lachten hem uit, toen Erik hem vroeg of hij wel goed wijs was. Een grappige ervaring, waar we achteraf hard om hebben gelachen. In de bus kwam Stefan ook weer een beetje tot rust, en kreeg zelfs weer wat kleur in zijn gezicht.

In Rivas deelden we een taxi met twee Engelsen, om de kosten te drukken tot één dollar per persoon. Wel moeten wij nog een pinautomaat vinden, omdat we nog geen Nicaraguaanse Cordobas in bezit hadden. Bij de vierde pinautomaat hadden we succes, waarna we met hoge snelheid de rit vervolgden richting de haven. De boot van drie uur haalden we precies. We hadden nog net tijd genoeg om de dollar havenbelasting te betalen. Voor ons is Nicaragua nu al het land van de belastingen. Op de veerboot werden we aangesproken door een grappige jongen, die werkte in een backpackerslodge op het eiland. Zijn foto’s en verhaal overtuigden ons, om met hem mee te gaan. Daarbij werd er voor gratis transport gezorgd. Samen met twee Amerikanen en vier Israëliërs reden we in een pickup-truck in een uur naar de andere kant van het eiland. Hangmatten, palmbomen, kokosnoten en een prachtig uitzicht over het Nicaraguameer, we voelden ons hier meteen thuis. Ons bed was prachtig opgemaakt en versierd met bloemen. De als roos opgevouwen handdoeken maakten het plaatje compleet. Een grote hangmat hing aanlokkelijk op de veranda. Door de lange reisdag zijn we vroeg in slaap gevallen om het klokje rond te slapen.

De drie dagen die we hier doorbrachten, besteedden we met het lezen van boeken, zwemmen in het meer, luieren in een van de hangmatten, drinken van mango-kokos smoothies en het kletsen met andere backpackers. Opnieuw veel Nederlanders, die ook deze plek wisten te vinden. De zonsondergangen waren vanaf deze kant van het eiland prachtig. Evenals het uitzicht op de grootste van de twee vulkanen op dit eiland. In het Nicaraguameer schijnen stierhaaien te leven, die vanuit de oceaan, via een rivier in het meer terecht kunnen komen. Wij hebben ze niet gezien. Misschien maar goed ook.

In tegenstelling tot wat je zou verwachten op een eiland, was het internet hier razendsnel. Zo konden we het WK hockey via internet volgen. Op onze laptop konden we de Nederlandse hockeywedstrijden live bekijken. Hopelijk vinden we voor het WK voetbal ook een leuke plaats/kroeg om hier wat van mee te kunnen krijgen.

Op de laatste dag kregen we een lift naar een van de mooiste stranden van dit eiland. De eigenaar ging hier met zijn familie en een groep andere dorpsbewoners, ook naar toe. Met z’n twaalven in de laadbak van de pick-up, over de zandweg. Leuk om nu ook aan de andere kant van het eiland het water in te springen. Omdat het overdag te warm was, gingen we pas in de namiddag pas op pad. Het strand vonden we niet enorm speciaal, het uitzicht op de twee vulkanen was wel speciaal. Het strandje ligt tussen de twee vulkanen in, waardoor deze aan elkaar verbonden zijn. We hebben het op Ometepe enorm naar ons zin gehad, hebben lekker gezwommen en zijn heerlijk lui geweest.

Foto’s