Quito

14 april 2014 - Quito, Ecuador

Vanuit Paracas zijn we met de bus naar Lima gereisd. De colectivo (een soort taxi die een vaste route hoort af te leggen) zette ons af op de Pan American Highway, een weg die het hele Zuid-Amerikaanse continent doorloopt. Vandaar vonden we gelukkig snel een bus die ons naar Lima bracht. Op het vliegveld in Lima bleek het inchecken nogal lastig te gaan. Klaarblijkelijk is het nodig om aan te kunnen tonen dat je het land op de één of andere wijze weer verlaat. Er werd ons dan ook gevraagd of we een vlucht hadden vanuit Ecuador naar Nederland. We vertelden dat we zo’n ticket niet in ons bezit hadden. Toen ze verder vroegen, ging bij ons het lampje branden en herinnerden we ons wat te doen in dergelijke situaties: blufpoker spelen. Natuurlijk hadden we al een ticket naar Nederland, vanuit Bogota. En nee, dat hadden we natuurlijk niet bij ons. Nee, ook geen digitaal kopie. Toen werd de chef erbij geroepen, die vroeg of we voor de eerste keer Ecuador zouden bezoeken en of we een creditcard hadden. Op beide vragen konden we naar alle waarheid ‘ja’ antwoorden. Na enig overleg mochten we uiteindelijk toch mee met het vliegtuig naar Quito. Om deze ellende in de toekomst te voorkomen, hebben we in Quito meteen onze terugvlucht naar huis geboekt.

We hadden een goede vlucht van Lima naar Quito, de Ecuadoriaanse hoofdstad. Met een aardig stel deelden we een taxi naar ons hostel, waar we er achter kwamen dat onze reservering niet helemaal goed verwerkt was. Na een paar telefoontjes van de receptionist, konden we terecht bij een ander hostel, met dezelfde naam. We konden voor dezelfde prijs als we voor een achtpersoonskamer betaald ouden hebben, overnachten in een vierpersoonskamer. Om 2.30 uur in de nacht lagen we heerlijk in ons bedje.

De volgende dag besteedden we aan het vergelijken van excursies naar de Galapagoseilanden. Niet zonder succes. We waren erg te spreken over één van de aangeboden reizen. Wel moest er nog een vlucht gevonden worden om op de eilanden te komen. Gelukkig hielp het reisbureau ons hiermee en kon dit mooie avontuur beginnen. Tijdens het boeken ontmoetten we een aardig Nederlands meisje (Dina), dat een aantal weken vrijwilligerswerk doet in Ecuador. Haar was dit reisbureau aangeraden door de werkgever, dat gaf ons een goed gevoel. Na het afhandelen van de papierwinkel besloten we om met z’n drieën koffie te drinken en vervolgens te gaan eten. Op een centraal plein vonden we een leuk restaurantje waar we de avond doorbrachten. Het was ladies night bij het restaurant, dus Charlotte en Dina bestelden een lekkere cocktail. Op aanraden van DIna zijn we het weekend naar Otavalo gegaan, waar zich de grootste markt van Ecuador  bevindt. Ook wordt op zaterdag de beestenmarkt gehouden, wat een mooi spektakel schijnt te zijn. Dus gingen we met de bus naar een groot busstation in Noord-Quito. Na het kopen van het busticket naar Otavalo kochten we proviand voor de busrit en liepen vervolgens naar het busplatform. Helaas was de bus al weggegaan, zonder ons mee te nemen. Omdat er geen tijd op het kaartje stond, wachtten we rustig op de volgende bus. En op de bus daarna, want geen van de bussen wilden ons meenemen. Het bleek zo te zijn dat ieder kaartje toch voor een specifieke bus bedoeld was, zonder dat daarvan ook maar enige vermelding gemaakt werd op het betreffende buskaartje. Een bewaker adviseerde om het kaartje bij het kantoor te ruilen voor een nieuwe. Dit bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan. Van het busbedrijf kregen we geen enkele medewerking. Toen Erik demonstratief de medewerkers en het bedrijfslogo fotografeerde, kwam een vriendelijke bewaker polshoogte nemen. Via zijn portofoon won hij informatie in bij zijn collega’s, waarna hij tot de conclusie kwam dat het kaartje inderdaad vernieuwd moest worden. Zonder tijd kun je immers niet weten, hoe laat je op het station moet zijn. Na wat mokken en morren kregen we dan uiteindelijk een nieuw kaartje voor onze rit. Toen we in Otavalo aankwamen, stormde een boze buschauffeur op ons af. Hij vroeg of wij de passagiers waren met het kaartjesprobleem en wilde de discussie nog eens dunnetjes overdoen. Wij hadden hier geen trek in en vertelden hem in vriendelijk Spaans dat alles nu naar alle tevredenheid opgelost was. Fijn dat in dit dorpje eigenlijk iedereen zeer vriendelijk is. We merkten een groot verschil met de mensen en de sfeer, vergeleken met Quito. Een zeer vriendelijke apotheker waar we om zonnebrand factor 30 vroegen, bleef maar praten over de mooie plekken die we zeker een bezoek moesten brengen. Het is lastig om zonnebrand te vinden met deze factor. De meeste mensen willen niet bruin worden en gebruiken een factor die tussen de 50 en 100 ligt. Na een reeks foto’s van de apotheker op diens telefoon te hebben gezien, konden we eindelijk de winkel verlaten om een hostel te zoeken. We vonden een gezellig hostel, een uitermate vriendelijke eigenaar, en een kamer met uitzicht over het marktplein.

Zaterdagmorgen gingen we al om 7.00 uur uit de veren om de dierenmarkt te bezoeken. Hier worden allerlei dieren verhandeld, o.a. koeien, lama’s, varkens, kippen en schapen. Oma’s die kuikentjes stuk voor stuk grondig inspecteren alvorens ze deze pluizige diertjes in een kartonnen doos stoppen om aan de reis naar hun nieuwe verblijf te beginnen. Een ouder echtpaar wat zojuist een koppig varken op de kop getikt heeft, probeert het dier in de richting van de inentingen te sturen. De man trekt aan het touw wat om het varken geknoopt is, de vrouw duwt uit alle macht tegen het achterste van het dier. De meeste bezoekers en verkopers zijn afstammelingen van een pre-incastam. Deze indianen onderscheiden zich zowel in uiterlijk als in klederdracht van andere stammen. De mannen dragen hun haar in een vlecht en de vrouwen zijn gekleed in rijk bestikte, witte blouses, goudkleurige plastic halssnoeren en dragen een zwarte rok. Terwijl we genieten van een stuk watermeloen passeert een groepje oudere vrouwen. Een ieder van hen heeft een tros kippen in hun handen, die ondersteboven aan hun pootjes worden vastgehouden. Over de prijzen wordt goed onderhandeld. Een éénjarige koe verlaat de markt voor ongeveer €120, terwijl een goed varken voor €220 wordt verkocht. Een lekkere kip kost ongeveer €12 en een schattig klein hondje verwisselt van eigenaar voor slechts €7. We vonden het erg leuk om al deze dieren te zien en al de bedrijvigheid daaromheen. Charlotte heeft meer foto’s van mensen gemaakt, dan van de dieren. Aan het einde van de ochtend worden de dieren met busjes, vrachtauto’s en met pick-ups vervoerd naar hun nieuwe bestemming. De meeste van hen zullen een mooi plekje krijgen op een boerderij en pas na een aantal jaren worden opgegeten.

Otavalo staat ook bekend om haar weefkunst. Op de markt in het centrum, voor ons hostel, worden veel traditioneel geweven kleden verkocht. Deze markt wordt zeven dagen per week gehouden, al is de zaterdagmarkt verreweg de grootste. We vonden een kraam waar verse doperwten verkocht werden, daarvan hebben we maar meteen een pondje ingeslagen voor het zondagsmenu. De volgende dag zijn we vanuit het hostel naar de Peguche waterval gelopen, in een klein mooi natuurgebied net buiten de stad.

Eenmaal terug in Quito, hebben we de evenaar bezocht. Dit is een enorm toeristische attractie. Er is een heel dorp gebouwd, met restaurantjes, musea en toeristenwinkeltjes. Er wordt zelfs entreegeld gevraagd voor dit dorp. We hebben een aantal jaren geleden al een keer op de evenaar in Oeganda gestaan, daar stond alleen een kunstwerk waarmee iedereen op de foto ging. Hier was een extreem monument geplaatst, waarvoor nog eens extra betaald moest worden. In Ecuador weet men wel te profiteren van het toerisme. In dit dorpje bezochten we een planetarium, waar in een grote ronde koepel het sterrenstelsel wordt geprojecteerd.

Foto’s

1 Reactie

  1. Oom Rien:
    28 april 2014
    Gezien