San Blás eilanden

22 mei 2014 - San Blas Archipelo, Panama

Na twee dagen Cartagena, wat we eigenlijk net iets te kort vonden, vertrokken we met een catamaran naar Panama, via de San Blás eilanden. De ruim 400 eilanden voor de kust van Panama vormen samen de San Blás-archipel en is het eigenlijke grondgebied van de Kuna-indianen. Verreweg de meeste Kuna-indianen wonen op de eilanden en ze leven voornamelijk van de visvangst. Het is een bijzondere en trotse gemeenschap en één van de weinige inheemse volken in Amerika met zoveel rechten en bevoegdheden. In de Panamese Nationale vergadering hebben ze bijvoorbeeld twee vaste zetels. Na de opstand in 1925, tegen de discriminerende wetgeving, hebben ze beetje bij beetje meer rechten verworven, waaronder het zelfbestuur en gelijke rechten.

De groep waarmee we op reis gingen, bestond uit dertien reizigers en drie bemanningsleden. Zoals gebruikelijk treffen we altijd wel andere Nederlanders. Dit keer waren we met vier Hollanders, twee Belgen en een Nederlands sprekende Franse. Er werd dus veel Nederlands gesproken, wat we wel weer leuk vonden.

De avond van vertrek hadden we een perfecte wind, waardoor we de hele nacht goed vorderden. De daaropvolgende ochtend was de wind nog steeds uitstekend, waardoor ook de spinakker kon worden gehesen. We voeren heerlijk op de zeilen, tegen de 10 knopen aan. We vonden het voordeel van een catamaran; het hebben van meer ruimte en de trampoline waar je heerlijk op kunt liggen. Het nadeel is het klappen op de golven, waardoor we ’s nachts soms wakker werden. Ook de wc’s waren niet de meest ingenieuze die we tijdens onze reis aangetroffen hebben. Met een handpompje moesten we doortrekken, sommige reizigers hadden hier zelfs blaren van op de handen gekregen. Het eten was heel gevarieerd en smakelijk. Op de Caribische zee vingen we twee bonito’s, een soort tonijn. De kok had hier tijdens het varen iets lekkers van gemaakt: Sushimi als voorgerecht en een rijkgevulde stoofpot als hoofdgerecht. De volgende drie dagen verbleven tussen verschillende idyllische eilandjes. De kok gaf de bestelling van de dag vaak door aan een aantal Kuna-indianen, die er op uit gingen om de gevraagde zeedieren te vangen. We hebben lekkere krab, taaie inktvis en smakelijke kreeft gegeten. Zo uit de zee, in de pan en op ons bordje. Verser zullen we het niet snel meer eten. De eilandjes zijn, zonder te overdrijven, de mooiste die we ooit gezien hebben. Hagelwitte stranden, een azuurblauwe zee en prachtige palmbomen die het tropische plaatje compleet maken. Op de kleinste eilandjes staat soms maar een palmboom en de grotere eilanden loop je in een halfuurtje rond. Rondom de eilanden groeit veel koraal, waardoor het een prachtige locatie is om te snorkelen. Enorm veel verschillende soorten koraal groeit naast elkaar en door elkaar heen, sommigen wel een paar meter in doorsnede. Hiertussen zwemmen vrolijk gekleurde vissen en andere zeedieren. Zeesterren, zee-egels, zeepaardje en roggen. We keken onze ogen uit. Ook ligt er een scheepswrak op een paar meter diepte. Dit wrak ligt er al een aantal jaren, waardoor het koraal hierop gegroeid is. De indianen hebben, nadat het schip gezonken is, de waardevolle spullen gedemonteerd en verkocht. Van een ander gezonken schip had onze kapitein een spinakker en wat andere spullen gekocht. Heel bijzonder om te zien dat de zeedieren in het wrak een plek hebben gevonden om te leven. Een blauwe vis zwemt door een ontluchtingsbuis dieper het wrak in. Een ander kleiner visje zwemt voorzichtig langs de bedrading van een schakelkast, die door de indianen verwijderd is. Om rond dit wrak te snorkelen en om het eilandje daarbij te bezoeken, moesten we een paar dollar betalen aan de indianen die daar leven. Ze richten zich naast hun traditionele werkzaamheden, steeds meer op het toerisme. Regelmatig leggen ze hun uitgeholde boomstam naast de toeristenboten, om hun koopwaar aan te prijzen. Armbandjes en molas (gekleurde kleedjes in verschillende patronen) worden verkocht, tegen aanzienlijke prijzen.

Wanneer je per boot in Panama aankomt, moet je kunnen aantonen binnen drie dagen het land weer te gaan verlaten. Als je dat niet kunt aantonen of langer wenst te blijven, dan moet er 100 dollar betaald worden bij de douane. In Panama willen ze blijkbaar niet dat je nog wat langer in het land blijft. Wij zijn dit toch wel van plan, dus moest er een creatieve oplossing bedacht worden. De kapitein vertelde ons,  dat iedereen die creatieve oplossing al gebruikt: een nepvliegticket. Erik heeft de avond voor vertrek een uurtje gefotoshopt, met een vluchtbevestiging Panama - Amsterdam als resultaat. De stempel van Panama staat nu ook in ons paspoort, gezet in een piepklein kantoor op een iets groter eiland.

De vier dagen op zee en rond de eilanden waren werkelijk prachtig! Heerlijk gezwommen en gesnorkeld. Op de eilandjes lekker in het zonnetje gelegen. Ook ’s avonds nog een groot kampvuur gemaakt op een eilandje. Lekker gegeten, kortom een prachtig alternatief om van Colombia naar Panama te reizen!

Foto’s

2 Reacties

  1. T Marieke en O Rob:
    27 mei 2014
    Zon, Zee en een beetje wind?
    Water geeft dan rust (ook bij 10 kn)
    Schakelkast verwijderd voor de verkoop?
    Tot spoedig skyps
    Hart grt, MaPa
  2. Linda:
    29 mei 2014
    het kan niet op! wat een belevenissen weer om te lezen!!! disfrutados en Panama!!!